In Amerika vind je tientallen Nationale Parken, welke allemaal verspreid over het land te vinden zijn, al bevinden de meeste zich in het westen. Doordat deze zo verspreid over het land liggen, hebben ze allemaal ook een andere natuur en omgeving. De Nationale Park services beheren sinds 1916 de verschillende parken. De parken zijn er gekomen met als doel het behouden van de natuur, recreatie en historie.
Het oudste Nationale Park van Amerika is Yellowstone. Dit park werd in 1872 door het Amerikaanse Congres benoemd als nationaal park.
De Nationale Parken zijn beschermde gebieden. Men doet er alles aan om dit natuurschoon in stand te houden en het aan zoveel mogelijk bezoekers te laten zien. Bij het bezoeken van Nationale Parken dient entree te worden betaald. Kosten variëren tussen de $ 10,- tot $ 30,- per auto met inzittenden. Als je meerdere parken gaat bezoeken is het vaak voordeliger een America the Beautifull Pass (US$ 80) of een Discovery Pass (CA$ 70) te kopen bij het eerste park dat je bezoekt. Deze passen zijn een jaar geldig in de nationale parken die worden beheerd door de National Park Service en Parks Canada.
Bij het Visitor Center van ieder National Park kun je informatiefolders krijgen met routes en wandelpaden. Verder rijden er in de grotere parken shuttles vanaf de autoparkeerplaatsen, welke stoppen bij de belangrijke punten in het park (soms mag men niet verder met de auto). Deze shuttle is ook handig als je wilt gaan wandelen.
Voor een overzicht van alle Nationale Parken in Amerika ga naar www.nps.gov